Implantologie

Wat zijn tandheelkundige implantaten?

Tandheelkundige implantaten worden gebruikt om verloren tanden te vervangen. Ze zijn over het algemeen gemaakt van titanium, een metaal dat compatibel is met lichaamsweefsels en in staat is zich aan bot te binden.

Waaruit bestaat een implantaat?

Een tandheelkundig implantaat is in wezen een titaniumschroef of -cilinder, tussen 4 mm en 16 mm lang, die wordt ingebracht in een voorbereide holte in de kaak en fungeert als een vervangende wortel voor de ontbrekende tand of kies. Een speciale bevestiging, het abutment genaamd, wordt aan de bovenkant van het implantaat bevestigd en vormt de externe verbinding met de vervangende tand (kroon). Er zijn ook implantaten uit één stuk waarbij het abutment en het implantaat deel uitmaken van één stuk.

Wanneer wordt implantaten toegepast?

  • Bij het ontbreken van één tand of kies, wordt een implantaat ter plaatse van het ontbrekende gebitselement in de kaak geplaatst en wordt daarop een kroon van keramiek of een combinatie van keramiek met metaal vastgezet..
  • Bij het ontbreken van enkele tanden of kiezen plaatst men twee of meer implantaten en maakt men een vastzittende brug. Deze brug vervangt de ontbrekende tanden en/of kiezen.
  • Bij het ontbreken van alle tanden en kiezen.
  • worden twee of meer implantaten geplaatst. Daarop worden knopjes of staafjes gemaakt waarop een overkappingsprothese vastklikt. Deze is uitneembaar, maar zit wel veel vaster dan een normale gebitsprothese. Soms wordt er een niet-uitneembare brug op vervaardigd, maar dan heb je wel tenminste vier implantaten nodig en is de behandeling veel duurder omdat de verzekeraar een dergelijke behandeling in het algemeen niet vergoedt.

Hoe lang duurt het voordat kronen op een implantaat kunnen worden aangebracht?​

Als een implantaat in de kaak is geplaatst, moet het genezen voordat de kronen kunnen worden geplaatst. Tijdens deze genezing – die twee tot zes maanden kan duren – groeien botcellen tegen het oppervlak van het implantaat waardoor een verankering ontstaat. Dit proces staat bekend als Osseo-integratie. Zodra dit proces is voltooid, is het implantaat stabiel genoeg om één ​​of meerdere nieuwe  tanden en kiezen (kronen/bruggen/suprastructuren/klikgebit) te ondersteunen.

Botcellen groeien tegen het titanium oppervlak aan.

Zijn implantaten veilig?

Een schat aan bewijs uit studies, wetenschappelijke onderzoeken en klinische ervaring tonen aan dat tandheelkundige implantaten een hele veilige en gemakkelijke manier zijn om verloren tanden en kiezen te vervangen. Er worden zowel functionele als esthetische, goede en voorspelbare resultaten bereikt. Maar implantaten moeten, net als natuurlijke tanden, worden verzorgd. Een goede mondhygiëne thuis en regelmatige controles bij uw tandarts zijn dus essentieel.

Wat zijn de voordelen van implantaten?

Tandimplantaten hebben een aantal belangrijke voordelen ten opzichte van conventionele kronen, bruggen en kunstgebitten:

  • Ze zien eruit en voelen aan als natuurlijke tanden.
  • Ze werken op dezelfde manier als natuurlijke tanden en er zijn geen problemen met eten of met het schoonmaken van de kroon.
  • Gezonde aangrenzende tanden hoeven niet te worden geslepen (met andere woorden worden beschadigd) om als ondersteunende tanden voor bruggen of andere constructies te dienen. Dit betekent dat er minder kans is op een wortelkanaalbehandeling, overbelastingen of andere beschadigingen bij deze tanden.
  • Het implantaat behoudt de structuur van het bot onder de vervangen tand, aangezien kauwkrachten door het implantaat naar het bot worden overgebracht en het natuurlijke proces van botvernieuwing stimuleert. Het fysiologische proces waardoor de kaak behoorlijk kan ‘slinken’ na het trekken van de tand, wordt hiermee voorkomen. Dit helpt om een ​​goed uiterlijk te behouden – van zowel de herstelde tand als het gelaat.
  • Tandheelkundige implantaten kunnen worden gebruikt om een ​​uitneembare protheses stevig vast te houden.
  • Bij tandheelkundige implantaten is het niet nodig om speciale kleefpasta te gebruiken om het kunstgebit op zijn plaats te houden, zoals bij sommige kunstgebitten het geval is.

Zijn tandheelkundige implantaten voor iedereen geschikt?

Tandheelkundige implantaten zijn geschikt voor iedereen die één of meerdere tanden heeft verloren en het uiterlijk of het kauwvermogen wil herstellen. Maar het is belangrijk dat het bot van de patiënt volledig ontwikkeld is, dus het wordt niet gebruikt bij mensen jonger dan 18 jaar. Om in aanmerking te komen voor implantaten, moet de mond in een gezonde toestand verkeren, zonder onbehandeld tandbederf of (actieve) tandvleesaandoeningen. Als implantaten worden aangebracht in de aanwezigheid van actieve Parodontitis, bestaat het gevaar dat zich rond het implantaat een infectie ontwikkelt die kan leiden tot uitval en verlies.

Ik heb Parodontitis. Kan ik tandheelkundige implantaten hebben?

Parodontitis verhoogt de kans op complicaties bij tandheelkundige implantaten aanzienlijk. Om deze reden moet eerst Parodontitis met succes worden behandeld voordat implantaattherapie kan worden gestart.

Wanneer zijn tandheelkundige implantaten geen optie?

  • Implantaattherapie is wellicht lastiger als het kaakbot niet breed genoeg is voor implantaten en botopbouw niet mogelijk is.
  • Implantaten zijn niet geschikt voor patiënten met onbehandelde Parodontitis of ongecontroleerde Diabetes vanwege het risico op falen door infectie of slechte genezing.
  • Implantaten zijn ook niet geschikt voor mensen die medicatie voor osteoporose gebruiken – Bisfosfonaten of Denosumab – omdat ze een hoger risico lopen op het ontwikkelen van medicatie gerelateerde osteonecrose van de kaken (MRONJ). Een aandoening waarbij botnecrose (afsterven van levend weefsel) zich plotseling ontwikkelt en snel. Dergelijke patiënten hebben een consult nodig voordat ze een implantaat plaatsen.
  • Andere medische aandoeningen die het gebruik van implantaten kunnen compromitteren of uitsluiten, zijn onder meer:
    • Bepaalde botziekten.
    • Tekortkomingen in het immuunsysteem.
    • Ernstige systemische ziekten en gebruik van medicatie.
  • Roken is een andere belangrijke overweging, aangezien rokers een groter risico lopen op het ontwikkelen van peri-implantaire ziekten en meer kans hebben op losraken van hun implantaten. Als u stopt met roken, vergroot u uw kansen op een succesvolle implantaattherapie en het behalen van langdurige resultaten aanzienlijk.

Wat zijn de stadia van implantaattherapie?

De implantaat behandeling kent vier stadia:

  1. Onderzoek
  2. Inbrengen van het implantaat
  3. Afdrukken voor de suprastructuren
  4. Plaatsen van de kronen of bruggen
 
  1. Onderzoek: een grondig onderzoek van uw mond plus röntgenfoto’s en/of een cone beam computed tomography (CBCT) scan van uw kaken. De implantoloog kan dan precies plannen hoe de implantaten geplaatst moeten worden.
  1. Inbrengen van het implantaat: implantaatchirurgie kan in één of twee fasen worden uitgevoerd, afhankelijk van de individuele omstandigheden. In beide gevallen omvat de operatie het maken van een kleine incisie in het tandvlees om het bot bloot te leggen en vervolgens met behulp van speciale boren om het “implantaat bed” voor te bereiden waarin de implantaten worden ingebracht. Een operatie in twee fasen kan nodig zijn als het nodig is om de hoeveelheid bot op de implantatieplaats te vergroten door gebruik te maken van een botopbouw of een techniek om bot te regenereren.
  1. Afdrukken: Als uw tandvlees volledig is genezen na het inbrengen van de implantaten (na ongeveer vier tot zes weken), maakt uw tandarts een nieuwe afdruk van uw mond. Dit zal worden gebruikt om een model van uw gebit te maken waarop de tandtechnicus uw kroon of brug zal construeren, waarbij hij ervoor zorgt dat u een natuurlijke afwerking krijgt die, zowel functioneel als esthetisch, perfect past bij de rest van uw gebit.
  1. Plaatsen van kronen of bruggen: Uw tandarts zal de kronen cementeren of schroeven op de abutments over de implantaten, controleren of ze goed passen en er goed uitzien, en controleren of uw boven- en ondertanden comfortabel samenwerken als u bijt. Meestal moet u terugkomen voor verschillende beoordelingsafspraken om er zeker van te zijn dat de implantaten stabiel zijn en goed functioneren, en dat u helemaal tevreden bent met het eindresultaat.

Specifieke behandelingen bij implantologie

Guided Bone Regeneration

Wanneer een tand of een kies wordt getrokken, zal het kaakbot gaan slinken. De kaak wordt smaller, maar ook lager. Implantaten moeten mede afhankelijk van de botkwaliteit en de hoeveelheid krachten die ze te verduren krijgen, een minimale lengte hebben. De beschikbare bothoogte -en breedte is afhankelijk van de grootte van de kaak maar andere structuren zoals o.a. zenuwen, bloedvaten of kaakbijholtes kunnen de hoogte ook beperken. In het geval van te weinig hoogte in de kaakbijholte kan er nog een procedure worden uitgevoerd waarbij de kaakbijholte wordt opgevuld met bot (sinus-lift).
Het schroefdeel van het implantaat moet volledig in het kaakbot geplaatst worden en in geslonken kaken kan dat niet altijd. De kaak is dan vaak aan de wangzijde te smal geworden waardoor het implantaat daar niet volledig bedekt is met bot. Mocht de kaakwal in de breedte of de hoogte tekort komen wegens deze dimensionale veranderingen dan zal een botherstel operatie worden uitgevoerd om dit op te lossen (Guided Bone Regeneration) . Deze operatie kan vaak tegelijkertijd met het plaatsen van het implantaat worden uitgevoerd. 

Wat zijn botopbouw en botregeneratie?

In sommige gevallen zijn botopbouw en botregeneratie nodig om het kaakbot voor te bereiden om het implantaat te kunnen ondersteunen. Botopbouw wordt uitgevoerd om de breedte en hoogte van het kaakbot op de implantatieplaats te vergroten. Botregeneratie met behulp van de geleide botregeneratietechniek (GBR = Guided Bone Regeneration), helpt botcellen een voordeel te geven ten opzichte van andere celtypen om zich te vermenigvuldigen en een gebied te vullen waar botverlies is opgetreden.

Sinusbodem verhoging

Een veel voorkomende procedure in de orale implantologie is het opvullen van de kaakbijholte, dit wordt een sinus-lift procedure genoemd. De kaakbijholte bevindt zich in het gebied van de (kleine) kiezen van de bovenkaak. Tijdens het ouder worden zullen de kaakbijholtes in volume toenemen, waardoor het beschikbare bot om te implanteren afneemt. Met name na het verlies van een of meerdere kiezen zal de sinusbodem sneller naar beneden uitzakken.

Sinusbodem verhoging wordt regelmatig toegepast en wordt beschouwd als een succesvol en voorspelbare manier om bot op te bouwen.

Na het opklappen van het tandvlees wordt er een luikje in het kaakbot geboord waarna het slijmvlies dat de kaakbijholte van binnen bekleed, afgeschoven en weggeduwd kan worden. De ruimte die ontstaat kan dan opgevuld worden met bot en/of botsubstituut waardoor de kaakbijholte kleiner wordt en er een implantaat met voldoende lengte geplaatst kan worden. Afhankelijk van de hoeveelheid beschikbaar bot onder de kaakbijholte kan vaak tegelijkertijd met de sinuslift een implantaat geplaatst worden.

Hoe zorg ik goed voor mijn implantaten?

De drie belangrijkste dingen die u kunt doen om de levensduur van uw implantaat te maximaliseren, zijn:

  • roken vermijden
  • thuis dagelijks een goede mondhygiëne houden
  • regelmatig uw tandarts bezoeken voor controle van uw tanden, tandvlees en implantaten.

 

De dagelijkse mondhygiëne omvat:

Poets uw tanden minstens twee keer per dag, gedurende minstens twee minuten, bij voorkeur met een elektrische tandenborstel.

Reinig tussen de tanden minstens één keer per dag met interdentale borstels/ragers of met een flosdraad als de openingen te klein zijn voor borstels. Mogelijk moet u borstels van verschillende grootte gebruiken voor openingen van verschillende grootte.

Door uw tanden en implantaten regelmatig professioneel te laten onderzoeken en reinigen, kunnen eventuele problemen snel worden verholpen voordat ze de stabiliteit van uw implantaat in gevaar brengen.

Met een zeer goede mondhygiëne, regelmatige controles en niet roken, heeft uw implantaat alle kans om jarenlang mee te gaan.

Wat zijn peri-implantaire ziekten?

De meest voorkomende oorzaken van implantaatfalen zijn slechte mondhygiëne, voorgeschiedenis van Parodontitis en roken. Als de mondhygiëne en plakbeheersing niet optimaal is, zullen bacteriën zich op het implantaatoppervlak ophopen en een ontsteking van het slijmvlies rond het implantaat veroorzaken. Dit staat bekend als Peri-implantaire Mucositis. Indien onbehandeld, kan Mucositis evolueren naar een gevaarlijkere aandoening die Peri-implantitis wordt genoemd, waarbij er meer ontsteking is en bot rond het implantaat verloren gaat. Uiteindelijk verliest het implantaat zijn houvast in het bot en raakt het los, wat betekent dat het moet worden vervangen – en dit kan een aanvullende operatie vereisen om het verloren bot te herstellen.

Het is belangrijk op te merken dat peri-implantaire ziekten zich veel sneller kunnen ontwikkelen en weefsels en botten kunnen beschadigen dan het geval is bij Parodontitis. Bovendien is Peri-implantitis meestal lastiger te behandelen dan Parodontitis.

Waarschuwingssignalen van peri-implantaire ziekten zijn onder meer:

  • Verhoogde neiging van het tandvlees om te bloeden tijdens het poetsen en interdentale reiniging.
  • Zwelling van het tandvlees.
  • Slechte adem of een vieze smaak in uw mond.
  • Het loskomen van het implantaat, de brug of het kunstgebit.

Regelmatige controlebezoeken bij uw tandarts zullen ervoor zorgen dat eventuele problemen vroegtijdig worden opgemerkt en zo het ontstaan ​​van Peri-implantaire Mucositis of Peri-implantitis helpen voorkomen. Als u tekenen van ontsteking opmerkt rond uw implantaat, is het van groot belang dat u zo snel mogelijk een afspraak maakt met uw tandarts of parodontoloog.

Wat is de behandeling voor peri-implantaire ziekten?

Peri-implantaire mucositis:

Net als Gingivitis wordt peri-implantaire mucositis voorkomen en behandeld door een goede mondhygiëne en door professionele reiniging, die minstens twee keer per jaar moet gebeuren.

Peri-implantitis:

Als peri-implantaire mucositis vordert en verandert in peri-implantitis, kunnen verschillende benaderingen worden toegepast, afhankelijk van de ernst van het botverlies rond het implantaat:

Professionele niet-chirurgische therapie samen met het gebruik van chloorhexidine mondspoelingen en gels om het aantal bacteriële afzettingen te verminderen.

Bij herevaluatie, meestal na zes weken, als de bloeding is gestopt of afgenomen en als de sonderingsdiepten (de diepte van de ‘pockets’ rond het implantaat) ook zijn afgenomen, worden er afspraken gepland over professionele beoordeling van de behoeften van elke patiënt.

Als er aanzienlijk botverlies is met bloeding en pus dat niet is opgelost door de niet-chirurgische therapie, kunnen verschillende vormen van behandeling worden toegepast. De niet-chirurgische behandeling moet echter eerst worden herhaald om de bloeding en ontsteking onder controle te houden.

Antibiotica: in sommige gevallen kunnen na een niet-chirurgische behandeling antibiotica worden gegeven om de infectie onder controle te houden voordat andere behandelingen worden toegepast.

Als de ontsteking rond het implantaat eenmaal onder controle is en het probleem een ​​chirurgische behandeling vereist, zal de parodontoloog beslissen welke benadering wordt gebruikt. Dit hangt af van de aard van de schade veroorzaakt door peri-implantitis.

Hoe eerder peri-implantaire mucositis en peri-implantitis worden ontdekt, hoe groter de kans op een succesvolle behandeling. Maar nog beter is het voorkomen van ziekten in de eerste plaats door middel van een juiste mondhygiëne en regelmatige professionele reiniging van tanden, implantaten en tandvlees.